Landgoed Bantam

Landgoed (parkbos) aan de Franse Kampweg (N236, provinciale weg Weesp-Bussum), ter hoogte van Hilversumse Meent
Ingang tegenover Shell-station aan Franse Kampweg

Gemeente Hilversum en Wijdemeren.

Eigenaar: Vereniging Natuurmonumenten

Grootte: 28 ha
Vroeger één geheel met landgoed Schaep en Burgh

Het landhuis, gebouwd in 1878, is honderd jaar later afgebroken.
Het stond aan de westzijde van de midden door het landgoed van noord naar zuid lopende laan (Oude Meentweg), tussen de laan en de grote vijver.
Op de hoogste heuvel heeft een Turkse tent gestaan. Vanaf hier was de Zuiderzee te zien. De betonnen fundering is deels nog zichtbaar.
Tussen 2012 en 2014 is het landgoed gerestaureerd.

Geschiedenis

De strook woeste grond achter de 's-Gravelandse buitenplaatsen, ten noorden van de latere Leeuwenlaan werd in bruikleen toebedeeld aan de stad Naarden in 1634 (Naarderveld). Naarden kocht dit gebied in 1669 van de Staten van Holland.
In de 18e eeuw is deze grond doorverkocht aan de eigenaren van de ten westen liggende buitenplaatsen.
Het westelijke deel van Bantam behoorde vroeger tot het Naarderveld.

Jan Bernd Bicker, geboren op 12 augustus 1695 in Amsterdam, overleden op 1 november 1750 in Amstardam.
Was secretaris van de Burgemeester in Amsterdam, later schepen aldaar.
Daarna drossaart van Muiden, baljuw van Naarden en Gooiland en in 1724 Hoofdingeland van 's-Graveland.
Gehuwd met Johanna Sara Pels, op 6 november 1720.
Het echtpaar kreeg 9 kinderen.
Vanaf 1725 eigenaar van Schaep en Burgh.
In 1731 kocht Bicker een stuk grond achter (ten oosten) van zijn bezit van Naarden (Naarderveld), achter de kavels 1 t/m 5 alsmede een extra strook grond aan de oostzijde daarvan (het latere oostelijke deel van Bantam)

Johanna Sara Bicker-Pels, geboren op 12 april 1702 in Amsterdam, overleden op 28 juli 1791 in Amsterdam
Weduwe van Jan Berndt Bicker.
Vanaf 1750 eigenaar van Schaep en Burgh.
De weduwe Bicker koopt in 1790 van de eigenaar van 's-Gravenhoek een strook grond aan de oostkant van dit landgoed (sluit aan bij het door haar echtgenoot gekochte deel van het Naarderveld en reikt in het zuiden tot aan Schaep en Burgh).
In haar testament bepaalde zij, dat Schaep en Burgh alleen mocht worden verkocht als geen van haar kinderen het landgoed tegen taxatiewaarde wenste over te nemen en het minstens 10 jaar in eigendom behield.
De oudste dochter Maria Johanna Bicker kocht het landgoed aan.

Maria Johanna Hop-Bicker< (Amsterdam, 4-2-1728, Amsterdam 5-2-1807).
Gehuwd met Jacob Hop Hendriksz (Amsterdam, 30-6-1720, Amsterdam 2-2-1776.
Het echtpaar Hop-Bicker had geen kinderen.
Om "indringers" vanuit het oosten te weren kreeg Johanna toestemming van de baljuw van Naarden, Gerrit Corver Hooft, om voetangels en klemmen te plaatsen. Maria verhuurt vanaf ca 1797 het landgoed aan Hendrik Daniel van Hoorn (1731-1802), notaris in Amsterdam.
Zij vestigde zich op haar buitenplaats in Maarssen.
In 1801 verkoop van Schaep en Burgh aan van Hoorn, vanaf 1792 eigenaar van Schaep en Burgh.

Hendrik Daniel van Hoorn (Amsterdam, 7-12-1731, 's-Graveland, 11-5-1802)
Gehuwd met Everdina Visscher.
Van Hoorn overleed kinderloos en als weduwnaar.
Van Hoorn koopt in 1801 van Johanna Hop-Bicker behalve Schaep en Burg, ook de grond (bos, tuin en veld), die thans het oostelijke deel van Bantam vormt, alsmede een stuk grond aan de overzijde van de 's-Gravelandsevaart (Papen-Meentje). Totale bezitca 50 ha. Na zijn overlijden wordt zijn totale bezit verkocht aan Izaak Hodshon.

Izaak Hodshon (Haarlem, 7-7-1772, Amsterdam 10-2-1855)
Op 25 maart 1798 gehuwd met Isabella Dedel (1775-1865), dochter van Willem Gerrit Dedel en Jacoba Elisabeth Crommelin
Geen kinderen.
Vanaf 1801 eigenaar van Schaep en Burgh en oostelijke deel van huidige Bantam.
Hodshon koopt in 1804 uit de erfenis van zijn buurman George Matthes een stuk grond, toen de buitenplaats 's-Gravenhoek, nu waarschijnlijk het westelijke deel van Bantam, alsmede de meest westelijke weilanden op de kavels.
De andere buurman, Georgius 't Hoen Willemsz, eigenaar van Swaenenburgh (ten noorden van Schaep en Burg en ten westen van wat nu Bantam is) overleed in 1805.
Hodshon kocht Swaenenburgh van zijn weduwe.
Hij bouwde de ijskelder op het landgoed Schaep en Burgh.
Hodshon kocht in Haarlem een ander zomerverblijf en liet zijn bezittingen in 's-Graveland veilen op 7 september 1818.
Schaepenburgh (ruim 50 ha) en Swaenenburgh met 's-Gravenhoek (ca 30ha) werden beide verkocht aan Willem van Loon uit Amsterdam.
Willem van LoonGeboren op 20 september 1794 in Amsterdam
Op 20 december 1815 getrouwd met Anna Louise Agatha Winter (geboren 6 juli 1793), dochter van de zeer vermogende Pieter van Winter
Willem van Loon overleed op 11 oktober 1847 te Lage Vuursche. Zijn echtgenote op 7 mei 1877. Eigenaar vanaf 1818.
Zijn erfenis in 's-Graveland werd in 3 delen verdeeld:
Schaep en Burg ging naar Cornelis Dedel, eigenaar van het naastliggende Boekesteyn.
Swaenenburg werd overgenomen door Agnes Henriette van Loon (1829-1902) Bantam naar Maurits Jacob van Lennep en zijn echtgenote Caroline Wilhelmine van Loon

Maurits Jacob van Lennep, Amsterdam, 6-1-1830, Haarlem, 20-1-1913 en zijn echtgenote Caroline Wilhelmina van Loon, 's-Graveland, 19-10-1833, Hilversum (Bantam), 7-6-1899
Eigenaren vanaf 1877.
Het echtpaar bouwde in 1878 een landhuis.
Tuinarchitect J.D. Zocher werd gevraagd om de parkaanleg ("Klein Zwitserland") te verzorgen.

In 1899 verkocht aan Charles Henry Labouchere, bankier te Amsterdam.

In 1924 is het landgoed aangekocht door de gemeente Bussum.
Landhuis in 1978 gesloopt. Bussum heeft Bantam in 1984 verkocht aan Natuurmonumenten.