Hollandse Waterlinie
Het onder water zetten van gebieden is in het vlakke Nederland in het verleden een middel geweest ter verdediging van Holland (en mn Amsterdam) tegen eventuele vijanden.
Het begin van de Oude Hollandse Waterlinie stamt uit 1629.
Deze (Utrechtse Waterlinie) liep van Zuiderzee (Muiden) tot aan de Lek, ten westen van de stad Utrecht.
In 1672 werd de naar het zuiden verlengde Hollandse Waterlinie van Muiden tot aan Gorinchem met succes onder water gezet tegen de troepen van Lodewijk XIV.
De Nieuwe Hollandse Waterlinie dateert van 1871.
Belangrijk verschil met de oude is, dat de stad Utrecht nu binnen de linie ligt.
Deze liep nu van Naarden, oost van de Vecht, oost van Utrecht (Rijnauwen) -Culemborg - Asperen -Gorinchem
Er is overlap met de Stelling van Amsterdam.
In de regio Gooi- en Vechtsreek behoorden de volgende nog bestaande forten tot de versterkingen van de Nieuwe Hollandse Waterlinie:
- Vesting Muiden
- Muiderslot (1340)
- Westbatterij (1852)
- Zeesluizen in de Vecht (1672)
- Vesting Weesp, met o.a.
- 4 bastions (1673) en Fort Ossenmarkt
- Fort Uitermeer (1673)
- Fort Kijkuit,
- Fort Ronduit
- Offensief voor Naarden (Fort Werk IV, Bussum)
- Batterijen aan de Karnemelksloot
- Infanteriestelling Franse Kamp
- Vesting Naarden
- Fort Spion, Loosdrecht
UNESCO Werelderfgoedlijst
Besluit op 26 juli 2021Laatste aanpassing: 10 augustus 2021